Uw draagkracht is geld waarmee u volgens de wet zelf uw bijzondere kosten kunt betalen. Het is een deel van uw inkomen én uw eigen geld (vermogen). Uw gemeente bepaalt wat er allemaal meetelt voor uw draagkracht.
Vraagt u bijzondere bijstand aan?
Dan kijkt de gemeente eerst of u zelf genoeg draagkracht heeft. Zo bepaalt zij of u recht heeft op bijzondere bijstand. En op hoeveel.
Daarbij kijkt de gemeente naar uw gemiddelde draagkracht over een langere periode. Oftewel, de ‘draagkrachtperiode’. De gemeente bekijkt dus niet alleen uw draagkracht op het moment van uw aanvraag
Heeft u een bijstandsuitkering?
Dan heeft u volgens de wet geen draagkracht in uw inkomen. Maar misschien wel in uw eigen geld (vermogen).
Regels van Ontwikkelplein Het Hogeland
Als u bijzondere bijstand heeft aangevraagd zal de gemeente beoordelen wat uw draagkracht is. De gemeente kijkt:
- of u vermogen heeft dat hoger is dan het vrij te laten vermogen;
- of u ruimte in uw inkomen heeft dat boven de 120% van de op u van toepassing zijnde bijstandsnorm ligt;
- of u spaargeld heeft dat hoger is dan het vrij te laten vermogen.
Bij het vaststellen van de reserveringsruimte en uw draagkracht kijkt de gemeente naar uw feitelijk inkomen. Ook kijkt de gemeente of u geld voor de kosten had kunnen reserveren. De reserveringsruimte is vastgesteld op 6% van de bijstandsnorm die op u van toepassing is.
WSNP of minnelijke regeling in het kader van schuldhulpverlening
Als u in de WSNP zit of een minnelijke regeling heeft gesloten in het kader van schuldhulpverlening dan gaat de gemeente er vanuit dat u geen draagkracht heeft. De reserveringsruimte blijft wel van kracht en is in dit geval vastgesteld op 5% van de bijstandsnorm die op u van toepassing is. Als de gemeente heeft vastgesteld dat u zelf draagkracht heeft, dan moet u deze ruimte zelf aanwenden om de bijzondere kosten te betalen.
Laatst bijgewerkt op 20-01-2020